Zilvervlek - Boloria euphrosyne   E: Pearl-bordered Fritillary D: Veilchen-Perlmutterfalter F: Le Grans Collier Argenté

De zilvervlek komt voor langs bosranden, open plekken in bossen en hooilanden en weiden bij struwelen. Vliegterreinen zijn meestal droog en matig voedselrijk. De vlinders zijn redelijk mobiel en bezoeken andere zeer droge of natte vegetaties op zoek naar nectarplanten. Als waardplanten kunnen de meeste soorten viooltjes dienen. Het vrouwtjes zet de eitjes een voor een af op de waardplant of op een andere plant in de buurt ervan. De rups voedt zich overdag met de bladeren van de viooltjes. Ze overwintert halfvolwassen in een opgerold verdord blad. De verpopping vindt dicht bij de grond aan de waardplant plaats. De zilvervlek vliegt doorgaans in een generatie per jaar. Op laaggelegen warme locaties kan een tweede partiele generatie voorkomen.  Komt voor in heel Europa behalve Nederland en mediterrane eilanden, wel op Sicilie. Op het Iberische schiereiland alleen in de noordelijke provincies. In Italie alleen in het westen. In Denemarken alleen in het zuiden. In Ierland alleen in het westen. Vliegt van zeeniveau tot 2000m. 

 

Vliegtijd: april, mei, juni, juli, augustus, september.                                                                                             Status Europa: Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux: Verdwenen uit Nederland sinds 1960, verdwenen uit Vlaanderen sinds 1945, in Wallonië kwetsbaar. Dichtstbijzijnde populaties in bossen in Ardennen en Eifel.